Welkom op mijn blog die gewijd is aan het gebruik van ICT- en in bijzonder Web 2.0-tools, in de taalklas. Ik heb deze blog in de eerste plaats gemaakt voor collega’s die net als ik op zoek zijn naar nieuwe manieren om authentieke communicatie de klas binnen te ‘smokkelen’, om zo de studenten te motiveren en te laten genieten van een vreemde taal. Het Web 2.0 is daarvoor een ideaal instrument, denk ik.

Nu, het aantal nieuwe Web 2.0-tools schiet vandaag werkelijk als paddenstoelen uit de grond. Het doel van deze blog is echter niet om er daar zoveel mogelijk van te bespreken. Ik probeer me net te beperken tot diegene die ik nu al gebruik of waarvan ik denk dat ze in de toekomst nog van pas kunnen komen. Ik hoop in elk geval dat u er iets aan heeft en dat het een inspiratiebron kan zijn voor uw eigen lespraktijk. Het spreekt voor zich dat vragen, opmerkingen en suggesties steeds van harte welkom zijn!

Klik hier voor de Spaanse "tegenhanger" van deze blog. Para la versión española de este blog, da clic aquí


maandag 7 februari 2011

Feedback 'systematiseren' met "Markin"

Markin is een programma dat de gebruiker toelaat om op een systematische manier feedback te geven. Het principe bestaat erin om per fout (of item dat je wil becommentariëren, want het kan ook positief zijn!) een aparte knop aan te maken. Op die manier hoef je als leerkracht niet keer op keer dezelfde opmerkingen in teksten te schrijven.
Markin bestaat uit een redactiescherm waarin de te corrigeren tekst geplaatst wordt, en een knoppenset. De knoppen zijn dus gekoppeld aan veel voorkomende feedback. In de standaardfeedback kunnen links naar websites worden opgenomen en verwijzingen naar handboeken en syllabi. Naast de gestandaardiseerde feedback is het mogelijk meer specifiek commentaar te geven. Verder kan een algehele indruk van de tekst gegeven worden aan het eind van het werkstuk en kan een cijfer (of beoordeling) gegeven worden.
Daarnaast is het mogelijk om per taak, per groep en per jaar correctiestatistieken op te stellen.

Er is een uitgebreide beginnersgids te vinden op het internet, waar stap voor stap wordt uitgelegd hoe je te werk gaat. Het programma is iets ingewikkelder dan de ander programma's die ik hier bespreek en het neemt ook het uitdenken van een knoppenset neemt wel wat tijd in beslag. Ik hoorde echter dat er ook wikis bestaan waar je bestaande knoppensets zomaar kan downloaden (en vervolgens eventueel aanpassen).

Ik leerde het programma al een aantal jaren geleden kennen op een studiedag bij ons op school en heb er in die tijd ook uitgebreid mee geëxperimenteerd. Ik gaf toen o.a. het vak 'Franse handelscorrespondentie' waarvoor de studenten regelmatig schrijftaken indienden.  Nadat ik een uitgebreide knoppenset had aangemaakt, heb ik het programma even uitgetest, maar al snel stootte ik op volgende problemen:
  1. Het verbeteren zelf nam behoorlijk wat meer tijd in beslag, omdat je bij elke fout moet opgeven wat voor type fout het precies is (hoe uitgebreider de knoppenset, hoe moeilijker dit wordt). Wellicht gaat dit sneller na enige oefening.
  2. De hoofdreden waarvoor ik niet verder heb gewerkt met het programma was echter van puur technische aard: nadat ik de opdracht had gecorrigeerd, bleek het dikwijls (om een mij nog steeds onbekende reden) onmogelijk om het document te verzenden als webpagina (maar enkel als RTF-document, wat een aantal nadelen heeft).
Nu, op de "Taaldag 2011" die dit weekend plaats vond aan de Universiteit van Antwerpen, stelde professor Kris Buyse (KULeuven) een zeer interessante studie voor. Door de schrijftaken van zijn studenten systematisch te verbeteren met Markin, is hij erin geslaagd om de resultaten spectaculair te laten stijgen. Het gebruik van het programma kadert weliswaar in een bredere aanpak, waarin ook reflexie vooraf en nadien belangrijk zijn. De presentatie was in het Spaans, maar op het internet vond ik dit artikel in het Engels, waarin het experiment uitvoerig wordt beschreven.

Het toont ook aan dat ik wellicht te vroeg heb opgegeven destijds en dat ik het misschien 'ns opnieuw moet bekijken. :) Het lijkt me echter enkel nuttig wanneer je het systematisch kan gebruiken en je dus regelmatig schrijftaken geeft aan een bepaalde groep (bvb. in het kader van een correspondentiecursus of, zoals het geval is bij professor Buyse, een cursus 'vertalen').

zondag 6 februari 2011

Mondelinge feedback opnemen met "Jing"

Jing is een softwareprogramma waarmee video's (screencasts) of afbeeldingen (screenshots) gemaakt kunnen worden van het computerscherm. Je kiest daarvoor eerst -met een verplaatsbaar kader- welk deel van je scherm zichtbaar moet zijn en drukt vervolgens op de opnameknop. Je mondelinge commentaar wordt vanaf dat moment opgenomen, terwijl je met je cursor bijvoorbeeld zaken op het scherm kan aanduiden, enz. Het programma kan nog heel wat meer, maar deze functie lijkt erg interessant om directe en persoonlijke feedback te geven op een schriftelijke taak van een student. Met de gratis versie van Jing is het mogelijk om filmpjes te maken van maximaal 5 minuten, maar dat volstaat wellicht ruimschoots voor deze toepassing. Een groot voordeel van het programma is dat je het opgenomen bestandje nadien heel eenvoudig kan opsturen met mail of publiceren (op Toledo of een blog).
Wat ook interessant kan zijn, is om op deze manier een opdracht mondeling te formuleren i.p.v. schriftelijk. Kijk hier voor meer uitleg over het programma en voorts staan ook op Youtube tal van tutorials.

Orden woorden in een "mindmap"

Een mindmap is een grafische voorstelling die de verbanden tussen verschillende begrippen (of woorden) heel mooi uitbeeldt. Het zou een ideale manier zijn om woorden uit eenzelfde semantisch veld op deze manier in kaart te brengen én in te studeren. Je kan zelf zo'n mindmap voor je studenten ontwerpen, maar ze kunnen dit uiteraard ook zelf doen.
Online zijn er tal van gratis programma's te vinden waarmee je dit kan doen. Tijdens een workshop bij Tollnet leerde ik Popplet kennen. Het voordeel is vooral dat je met veel personen aan dezelfde mindmap kan werken.  Mind 42 is een leuk alternatief, maar is slechts gratis voor 3 personen. Verder is ook Bubbl.us een bekende tool en hier staan er nog een aantal. Tot slot geef ik nog Spiderscribe mee, waarover een interessante bijdrage staat op deze blog van Margreet van den Berg. Op YouTube vind je bovendien tal van tutorials (gewoon even de naam van het programma intikken...)!

Maak een woordenwolk met "Tagxedo" of "Tagul"

Tagxedo is gelijkaardig aan het eerder besproken Wordle, maar je hebt enkele extra-opties. Zo kan je zelf het aantal woorden bepalen dat moet worden geafficheerd en kun je ook de taal van de tekst ingeven, waardoor frequente woorden (lidwoorden, enz.) in die taal niet worden opgenomen in de woordenwolk. Het leuke (aan beide programma's) is dat je ook rechtstreeks een URL kan invoeren, waardoor je meteen de meest voorkomende woorden ziet van de website. Erg interessant aan Tagxedo is ook dat je zelf de vorm van je Wordcloud kunt bepalen (bvb de vorm van een hart, hond, enz.).
Ook Tagul heeft enkele interessante troeven t.o.v. Wordle bijvoorbeeld. Zo kan je ook hier de vorm van de woordenwolk voor een stuk bepalen, maar de grote troef van dit programma is dat je een website kan linken aan de woorden uit de woordenwolk. Standaard word je doorverwezen naar de Google-zoekpagina van het woord, maar je kan makkelijk de link aanpassen, zodat je automatisch op de gewenste pagina terecht komt... Hier zie je hoe het werkt:


Welk woord komt het vaakst voor?

Voor wat het waard is: wanneer je twijfelt of een bepaald woord (of woordcombinatie) al dan niet vaker voorkomt dan een ander woord, kijk dan eens op "Google Battle". Tik beide woorden in en je ziet meteen het resultaat. Het zegt uiteraard niets over de context waarin de woorden voorkomen, maar het kan eventueel nuttig zijn om na te gaan welke woordcombinaties vaakst voorkomen (bvb. een werkwoord samen met een voorzetsel). In dat geval zet je de combinatie tussen "aanhalingstekens".

Vertel het met "Mixbook"

"Mixbook" is een programma waarmee je zelf -online- je fotoalbum samenstelt. Er zijn tal van sjablonen en bovendien kan je je foto's voorzien van tekst. Om het album af te drukken (en bij je thuis te laten bezorgen), moet je uiteraard betalen, maar je kan het boek ook gratis -online- bewaren.
Het programma is dus -net als vele andere- niet echt ontwikkeld vanuit een didactisch oogpunt, maar kan wél zo worden gebruikt! Op de site staan duizenden voorbeelden van studenten die het programma hebben gebruikt om één of ander onderwerp voor te stellen: "Mi día" (mijn dag), een interview, nieuwe woorden, ...
Dit soort oefeningen lijkt meer iets voor het secundair onderwijs en jammergenoeg kunnen ook enkel foto's worden gebruikt ter ondersteuning (en geen video, audio, links,...). Misschien is het wel leuk om 'ns op deze manier een verslag te maken over een studiereis?

woensdag 2 februari 2011

Maak een online-quiz in combinatie met o.a. Youtube

Een quiz heeft de connotatie ludiek en vrijblijvend te zijn, maar dat hoeft niet per sé, denk ik. Je dergelijke programma's ook gebruiken als 'test- of oefenprogramma'. Er bestaan heel wat programma's om online kwissen te maken, maar bij de meeste kan je geen multimedia toevoegen, wat me net een grote meerwaarde lijkt. Eerst leerde ik QuizRevolution kennen, waarbij je heel makkelijk multimedia-materiaal kan gebruiken (audio, beeld, tekst, foto,...) en daardoor ideaal is om de luistervaardigheid te trainen.  Je kunt bovendien bij elke vraag een tijdslimiet opgeven, waarbinnen de vraag beantwoord moet worden én feedback geven. Vervolgens kan je op een blog (of Toledo) een link plaatsen naar de quiz of zelfs 'embedden' (waardoor de quiz meteen wordt afgespeeld in je blog). Ondertussen blijkt het programma echter betalend te zijn. ProProfs is echter een prima alternatief, met zelfs nog meer mogelijkheden!
UPDATE 11/2013: BEIDE PROGRAMMA'S ZIJN ONDERTUSSEN BETALEND :(

Op de erg interessante site van Margreet van den Berg, waar ik het programma QuizRevolution leerde kennen, staan enkele erg interessante ideëen:

Als je een quiz hebt gemaakt met MyStudiyo kan je zien hoeveel mensen die quiz hebben gemaakt en wat de score is per vraag. In de quiz kan je aangeven of je gebruik wilt maken van een scorebord waarop de spelers aan het einde van de quiz kunnen zien hoe hoog hun score is in vergelijking met die van anderen. Als leerlingen de quiz individueel spelen, kan je ze van het scorebord een screendump laten maken zodat ze kunnen laten zien dat ze de quiz hebben gemaakt en wat hun score is.

Je kunt zelf een quiz maken, maar je kunt dat ook door je leerlingen laten doen, waarna ze elkaars quiz kunnen spelen. Je kunt ze gebruik laten maken van filmpjes die ze hebben gevonden op YouTube, maar je kunt ze ook zelf filmpjes laten maken en die op YouTube laten zetten. Door zelf vragen te bedenken (en de goede antwoorden erbij te laten geven) leren leerlingen vaak meer dan van alleen het beantwoorden van een vraag. Daarbij moeten ze dan wel sturing krijgen wat voor soort kennis in die vragen aan de orde moet komen: moeten het feitenvragen zijn, vragen waarin begrip wordt getoetst of moeten ze vragen maken waarbij kennis wordt toegepast?

Het gebruik van filmpjes biedt veel mogelijkheden voor de (vreemde) talen, omdat door het kijken/luisteren naar filmpjes in de doeltaal een beroep wordt gedaan op de kennis van de leerling. Dat geldt natuurlijk in nog grotere mate voor het zelf maken van een quiz: door het zoeken naar een gepast filmpje of het zelf maken van een filmpje is de leerling intensief bezig met de taal.

Mystudiyo laadt - in ieder geval bij mij thuis - wel behoorlijk traag, en bij het spelen krijg je na afloop steeds reclame te zien. Dat is natuurlijk wel lastig, zeker als leerlingen snel zijn afgeleid, maar daar staat tegenover dat het wel uitermate gebruiksvriendelijk en gratis is.

Woordjes leren met "Audivididici"

Audivididici is in wezen een klassiek 'overhoorprogramma', maar het heeft een aantal leuke eigenschappen:
  • wanneer je de woorden of woordgroepen invoert, samen met hun vertaling, kun je er vervolgens ook een geluid of beeld aan koppelen (van je computer of door gewoon een URL-link plakken)!
  • je kan de woordenlijsten onderling uitwisselen. Op die manier kunnen studenten gemakkelijk samenwerken om samen een woordenbank uit te bouwen.
Er zijn verschillende manieren om de woorden nadien in te oefenen, o.a.:
  • Diapresentatie: je krijgt alle vragen en antwoorden te zien en te horen.
  • Oefenen: hierbij krijg je de vraag te zien met het daarbij behorende beeld en/of geluid. Je geeft het antwoord voor jezelf.
  • Dictee: je krijgt de vraag met het bijbehorende beeld en geluid; je vult zelf het antwoord in. De software controleert de antwoorden,
Mij lijkt het alvast een interessante manier om woordenschat in te studeren en ik stel het aan het begin van volgend academiejaar wellicht ook voor aan de studenten.